Is het ervaart of ervaart? Wij leggen het verschil uit

Is het ervaart of ervaart? Wij leggen het verschil uit

Twijfel je over ervaart of ervaart?

De Nederlandse taal kan soms verwarrend zijn, vooral wanneer het aankomt op werkwoorden waarvan de spelling sterk op elkaar lijkt. Een veelgemaakte fout is het gebruik van 'ervaart' versus 'ervaart'. Maar wat is nu correct: 'jij ervaart een vakantie' of 'jij ervaart een vakantie'?

Werkwoord: ervaren

Om deze verwarring op te lossen, moeten we terug naar de stam van het werkwoord. Het hele werkwoord is 'ervaren'. In de tegenwoordige tijd verandert deze vorm afhankelijk van het onderwerp van de zin.

Ik-vorm

Bij de ik-vorm gebruik je simpelweg de stam van het werkwoord. De stam van ‘ervaren’ is ‘ervaar’. Dus zeg je: ‘Ik ervaar veel rust tijdens mijn vakantie.’

Jij-vorm

Bij de jij-vorm is het belangrijk te kijken of ‘jij’ vóór of ná het werkwoord komt. Als ‘jij’ vóór het werkwoord staat, gebruik je ‘ervaart’. Bijvoorbeeld: ‘Jij ervaart de natuur veel intenser als je offline bent.’

Als ‘jij’ ná het werkwoord staat, gebruik je ook de stam: ‘Ervaar jij dat ook zo tijdens je vakantie?’

Hij/zij/het-vorm

Bij de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) komt er altijd een -t achter de stam. Dus: ‘Zij ervaart de vrijheid van kamperen als ultiem ontspannend.’

Verleden tijd van ervaren

In de verleden tijd verandert de vorm. Dan wordt het 'ervoer'. Bijvoorbeeld: ‘Tijdens mijn vorige reis ervoer ik een gevoel van volledige rust.’

Voor het voltooid deelwoord gebruik je ‘ervaren’. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb dat eerder ervaren tijdens een boswandeling.’

Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt

Veel mensen raken in de war doordat ze vergeten dat ‘jij’ bij een werkwoord vóór het onderwerp een andere vervoeging heeft dan erna. Ook verwarren mensen de verleden tijd met de tegenwoordige tijd. Door goed te letten op de positie van het onderwerp in de zin, kun je deze fout gemakkelijk voorkomen.

Conclusie over ervaart of ervaart

De juiste vorm is ‘ervaart’ als je praat over ‘jij’ in de tegenwoordige tijd waarbij ‘jij’ voor het werkwoord komt. De vorm ‘ervaar’ gebruik je in de ik-vorm en in vragen waar ‘jij’ ná het werkwoord komt. Nu je dit verschil begrijpt, kun je zonder twijfel het juiste werkwoord gebruiken in je gesprekken en teksten over jouw vakantiebeleving.